hoe raadpleeg je I-Tjing?

1. Je weet wat je vragen wilt. Je schrijft de vraag op en je zorgt dat je rustig bent, niet bevangen door hoop of vrees. Herformuleer je vraag neutraal. Zorg dat suggesties voor gewenste of gevreesde antwoorden er uit zijn.

2. Laat dan je vraag los en gooi met je muntjes, steentjes of je ketting een hexagram. Je gooit met drie muntjes tegelijk; zie het schema voor de betekenis.
Muntjes-orakel (klein)
Je gooit zo zes maal, en je bouwt je hexagram van onderaf op: de onderste lijn als eerste beneden, en de bovenste lijn als laatste bovenop.

3. Een bewegende lijn, gekregen met 3 x Kop of 3 x Munt, een negen of een zes, betekent dat die lijn ‘binnenkort’ omslaat: een yange lijn wordt een yinne en een yinne wordt yang. Zo krijg je op je vraag twee opeenvolgende hexagrammen als antwoord. Bij een of meer bewegende lijnen, teken je dus ook het eindhexagram.

4. Bij géén bewegende lijnen zit er in je situatie weinig verandering. Het gevonden hexagram geeft dan het beeld over je situatie als geheel, het décor. Bij één of meer bewegende lijnen schetst het eerste hexagram je situatie van dit moment. Het laatste hexagram schetst de situatie waarin je terecht komt op het eind van de verandering waar je vraag betrekking op heeft. De bewegende lijnen zeggen iets over wat je hebt te doen.

5. Zoek met behulp van de zoektabel de hexagramm(en) op in het boek, bestudeer de betekenis en ga na wat die mogelijk zegt over je vraag. Zoek dan de bewegende lijnen op in het eerste hexagram, en ervaar wat die je te melden hebben over wat je hebt te doen.

Je stelt de I-Tjing een vraag zoals je voor goede raad naar een oude wijze Chinees toe zou gaan. Je zorgt dat je rustig bent en helder: niet te druk of opgewonden, ook niet radeloos of verward, maar kalm. Op die manier sta je open voor elk antwoord dat je krijgt, wat het ook is.
Leg alles terzijde, desnoods tot de volgende dag. Vaak gaat je een licht op waardoor je weet wat het boek bedoelt.

Een meer uitgebreide instructie vind je onder:

Vragen stellen, raadplegen en lezen‘. en: Veertig vragen aan de I-Tjing